Voordrachten in 2015
Door te klikken op de datum in onderstaande tabel wordt u naar de samenvatting (indien beschikbaar) van de betreffende lezing geleid.
Indien beschikbaar, vindt u daar ook een hyperlink om de presentatie te downloaden.
....Datum.... | Onderwerp | Spreker |
---|---|---|
15-01-15 | Herschel-HIFI: Ontwikkeling en resultaten | Dr. Frank Helmich |
05-02-15 | Vorming en evolutie van sterrenstelsels | Wouter Karman MSc |
26-02-15 | Hoe rond is de aarde? | Dr. Pier Slump |
12-03-15 | Compacte objecten | Prof. dr. Frank Verbunt |
09-04-15 | 15 jaar Chandra en XMM-Newton | Prof. dr. Jelle Kaastra |
21-05-15 | Ouderdom en ontstaan van de Gelderse IJssel | Dr. Bart Makaske |
24-09-15 | Het ecosysteem van de Melkweg | Dr. Marijke Haverkorn |
04-10-15 | Big history: de geschiedenis van sterren en mensen | Dr. Fred Spier |
15-10-15 | Energieopwekking en gasturbines | Ir. Dick van der Vecht |
12-11-15 | Energie en klimaat, cogeneratie | Ir. Kees den Blanken |
10-12-15 | Einstein en de Relativiteitstheorie | Prof. dr. Eric Bergshoeff |
15-01-2015 Herschel-HIFI: Ontwikkeling en resultaten
Dr. Frank Helmich, Rijksuniversiteit Groningen, SRON
Omdat onze Aardse atmosfeer vol met waterdamp zit, kunnen we water in de ruimte vrijwel alleen vanuit de ruimte waarnemen. Theoretische modellen wezen er al op dat water een belangrijk ingredient is in vele processen in het Interstellaire Medium, maar veel waarnemingen waren er niet. Om dat te veranderen is besloten tot de bouw van HIFI (Heterodyne Instrument for the Far-Infrared). Water kunnen we daarom het “raison d’être” voor Herschel/HIFI noemen.
HIFI op de Herschel Space Observatory (2009-2013) is het meest ambitieuze wetenschappelijke ruimteinstrument project ooit in Nederland uitgevoerd. Onder leiding van SRON in Groningen hebben gedurende 8 jaar 25 instituten uit 12 landen een ultrahoog spectrale-resolutieinstrument gebouwd, speciaal geschikt voor het meten van water in tal van astrofysische omstandigheden. In deze lezing zal dr. Helmich voornamelijk ingaan op de technieken die we gebruikt hebben, de problemen die tijdens de ontwikkeling en de bouw opgelost moesten worden en iets van de wetenschap die we er uiteindelijk mee gedaan hebben.
Dr. Frank Helmich is van origine astronoom. Hij studeerde Sterrenkunde aan het Kapteyn Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde in 1996 op de chemie en fysica van het gas in stervormingsgebieden bij de Sterrewacht van de Universiteit Leiden. Na een korte uitstap met werk aan de chemie van de stratosfeer bij SRON in Utrecht, werd hij in 2000 teruggevraagd in Groningen om daar bij SRON Netherlands Institute for Space Research aan het HIFI project te gaan werken. In 2007 werd hij wetenschappelijk leider (Principal Investigator) van het HIFI project en hoofd van de Low Energy Astrophysics Division van SRON. Nu is hij samen met Jan-Willem den Herder leider van het totale astrofysica programma van SRON.
05-02-2015 Vorming en evolutie van sterrenstelsels in de eerste 3 miljard jaar van het universum
Wouter Karman MSc, Rijksuniversiteit Groningen
In het laatste decennium heeft men met de nieuwste generatie telescopen veel sterrenstelsels op extreem grote afstand gevonden. Deze sterrenstelsels bevinden zich door deze grote afstand nog in de eerste 3 miljard jaar na het ontstaan van het heelal. Mede door de ontwikkeling van steeds krachtigere computers hebben deze ontdekkingen de astronomen veel inzicht gegeven over de vorming van de allereerste sterrenstelsels en heeft men al grotendeels kunnen vaststellen wat hun eigenschappen waren.
In deze lezing zal uitvoerig worden besproken hoe deze eerste sterrenstelsels zijn gevormd en hoe deze zich verder hebben ontwikkeld. Wat was er nodig om de eerste sterren te vormen en hoe hebben deze eerste sterren bijgedragen aan de vorming van volgende generaties sterren en de ontwikkeling van sterrenstelsels? Ook zal worden uitgelegd waarin deze eerste sterrenstelsels verschilden van de huidige sterrenstelsels en hoe deze jonge stelsels in de loop van de tijd zijn geëvolueerd.
Afsluitend zal een vooruitblik worden gegeven op toekomstige telescopen en zal worden uiteengezet hoe deze bij het verdere onderzoek van deze eerste sterrenstelsels zullen worden ingezet.
26-02-2015 Hoe rond is de aarde?
Dr. Pier Slump
Parallellezing
Essay over de familie Cassini (0.8 MB)
Meten is weten
Wie duikt in de geschiedenis van de geodesie, het meten van de vorm en de omvang van de aarde, ontdekt dat die geschiedenis leest als een familieroman: er zijn hoofdrolspelers met hun specifieke karakters, er zijn mensen die een bijrol vervullen, maar soms toch grote invloed hebben, en er zijn omstandigheden die het lot van hen bepalen.
De inleider neemt u mee op zijn tocht door de historie en laat u kennismaken met die familie van landmeters, astronomen, wiskundigen en andere avonturiers. Zij spelen een hoofdrol in de race naar kennis en soms zelfs in politiek intriges, beginnend bij Pythagoras en eindigend bij Vening Meinesz.
Naast de geschiedenis van de vorm en omvang van de aarde, zal de inleider ook stilstaan bij de cartografie (hoe maak je nou een kaart?) en bij aanpalende wetenswaardigheden, zoals: “Welke perikelen waren er bij het definiëren van de meter?” en “Wie voerden de eerste metingen uit naar de omvang van het zonnestelsel, en hoe deed men dat?”
Prof. dr. Frank Verbunt, Radboud Universiteit
Download presentatie (15.2 MB)
De natuurkunde in de twintigste eeuw onderging twee grote revoluties: de kwantummechanica en de relativiteitstheorie. Deze revoluties komen samen in de studie van witte dwergen en neutronensterren. Deze compacte sterren bestaan dankzij het uitsluitingsbeginsel van Heisenberg. Dit wordt besproken in het eerste deel van de lezing.
Dubbelsterren met compacte sterren maken extreem nauwleurige tests mogelijk voor voor de algemene relativiteitstheorie. Dit wordt in het tweede deel van de lezing besproken.
09-04-2015 15 jaar Chandra en XMM-Newton
Prof. dr. Jelle Kaastra, Universiteit Leiden
Download presentatie (43.9 MB)
Dit jaar is het 15 jaar geleden dat NASA en ESA de satellieten Chandra en XMM-Newton hebben gelanceerd. Beide röntgenobservatoria hebben een revolutie in de hoge-energie astrofysica veroorzaakt. Chandra is vooral sterk in het maken van hoge-resolutie afbeeldingen van bronnen, terwijl XMM-Newton gevoeliger is en meer fotonen opvangt.
Minder bekend is dat beide missies een traliespectrograaf bevatten die door SRON in Utrecht met internationale partners gebouwd zijn. Beide instrumenten werken na 15 jaar nog vlekkeloos. In deze voordracht gaat professor Kaastra in op de techniek van beide spectrometers. Ook zal een aantal hoogtepunten van beide missies, met name resultaten verkregen met de spectrometers, de revue passeren. Tenslotte werpen we nog een blik op de nabije toekomst van de röntgenspectroscopie.
21-05-2015 Ouderdom en ontstaan van de Gelderse IJssel
Dr. Bart Makaske
Download presentatie: deel 1 (7,2 MB) en deel 2 (6,4 MB)
Lange tijd was de oorsprong van de IJssel als tak van de Rijn in nevelen gehuld. Een populaire theorie zei dat de bovenloop van de IJssel rond het begin van de jaartelling om strategische redenen werd gegraven door de Romeinse veldheer Drusus. Deze theorie was gebaseerd op klassieke Romeinse geschriften en was eeuwenlang een punt van discussie tussen geschiedkundigen, archeologen en geografen.
Recentelijk is deze theorie definitief weerlegd door bodemonderzoek van Alterra, waarin de ouderdom van de IJssel is vastgesteld met behulp van radiokoolstofdateringen. Het onderzoek toont aan dat de IJssel pas in de vroege Middeleeuwen is ontstaan, tussen 600 en 950 na Chr. Daarvoor was het huidige IJsseldal een moerassig gebied waarin een klein riviertje stroomde dat werd gevoed door lokale beken, die water afvoerden van de hoger gelegen zandgronden. Een verbinding met de Rijn was er toen nog niet.
Het onderzoek van Alterra werpt een nieuw licht op de vroegste geschiedenis van de IJssel als belangrijke vaarroute en de daaraan gelegen Middeleeuwse handelssteden. In deze lezing zal ingegaan worden op de achtergronden van de ouderdomsbepaling en zal geïllustreerd worden hoe een riviertak als de IJssel op spontane wijze kan ontstaan.
24-09-2015 Het ecosysteem van de Melkweg
Dr. Marijke Haverkorn, Radboud Universiteit
04-10-2015 Big history, een geschiedenis van sterren en mensen
Dr. Fred Spier, Universiteit van Amsterdam
Lustrumlezing
Van de lezing zijn geen dia's beschikbaar. Veel informatie over "Big History" en het boek van Fred Spier kunt u vinden op Big History. Hoe zijn mensen en de sterrenwereld met elkaar verbonden? Deze vraag wordt al lang gesteld en is in de loop van de tijd op heel verschillende manieren beantwoord.
We weten niet hoe lang mensen de sterrenhemel hebben geobserveerd. Sporen van systematische waarnemingen gaan tenminste zo’n 5000 jaar terug. Naast het inzicht dat deze waarnemingen ons kunnen bieden op de toenmalige stand van kennis, kunnen ze nog steeds in wetenschappelijke zin worden gebruikt.
De interpretaties van deze waarnemingen hebben in de loop van de geschiedenis gevarieerd van: wat betekent dit voor ons, met name voor onze toekomst, tot: hoe kunnen we de werking van de sterrenwereld begrijpen?
Recente wetenschappelijke studies van het heelal hebben geleid tot het inzicht dat de kosmos 13,8 miljard jaar oud is. Volgens de huidige stand van kennis heeft het universum zich ontwikkeld vanuit een heel klein, simpel, dicht en heet begin tot een enorm grote ruimte die wordt bevolkt door vele miljarden sterrenstelsels, ieder (onder meer) bestaande uit vele miljarden sterren en vermoedelijk ook planeten.
Hoe kunnen we de geschiedenis van onszelf, levend op een van deze planeten, plaatsen binnen dit grote verband, en hoe verandert dit ons zicht op de geschiedenis en de toekomst? De huidige benadering big history biedt een antwoord op deze en nog veel meer vragen.
15-10-2015 Energieopwekking en gasturbines
Ir. Dick van der Vecht
Parallellezing
De lezing zal zich toespitsen op de bouw en de ervaringen met de Eemscentrale. In de periode 1992-1996 is de Eemscentrale gebouwd als 5 STEG (stoom en gasturbine) eenheden van elk 350 MW. Bouwkosten fl 2,7 miljard voor in totaal 1750 MW. De gebruikte techniek was wereldwijd zeer nieuw en innoverend.
Na de liberalisering van de gasmarkt en de elektriciteitsmarkt rond het jaar 2000 wijzigde de operationele bedrijfsvoering en ontstonden er geweldige uitdagingen met betrekking tot het fenomeen verbrandingspulsaties. Daarbij ontstonden er grote schades die met veel metingen en wetenschappelijke kennis van de verbranding moesten worden opgelost.
Na 2010 veranderde de operationele bedrijfsvoering opnieuw als gevolg van de grootschalige introductie van zon- en windenergie in vooral Duitsland. Tegelijk werden er door de geprivatiseerde energiebedrijven teveel nieuwe centrales gebouwd en ontstond er overcapaciteit. Door innovatief denken en handelen kon de Eemscentrale vernieuwen, waardoor zij nog steeds in de markt actief is, waar een 10-tal nieuwe centrales met hogere rendementen in de mottenballen staan.
12-11-2015 Energie en klimaat, cogeneratie
Ir. Kees den Blanken, Cogen Nederland
Kees den Blanken heeft brede ervaring in de energiesector. Als gebruiker van (veel) energie in de papierindustrie. Als bestuurder van NUON. En als voorzitter/directeur van Cogen Nederland, de vereniging voor Warmte Kracht Koppeling.
Kees zal op interactieve wijze met de zaal onderstaande onderwerpen bespreken en met feiten illustreren:
1. Energie is belangrijkste deel van de duurzaamheidsuitdaging
2. Natuurwetten definiëren het energiesysteem en bepalen verbeterruimte
3. Energie conversie-efficientie is top prioriteit
4. Warmte Kracht Koppeling “verdubbelt” efficientie en bespaart zo brandstof en emissie
5. Nederland bouwt WKK af, wat tot massale ontsparing en emissietoename leidt
6. Integratie van het energiesysteem is nodig i.p.v. huidige fragmentatie
7. Mijn (en uw) koolstof verslaving en een eerlijke verdeling van de resterende emissieruimte
8. Samenvatting met eenvoudige lessen voor dappere mensen.
10-12-2015 Einstein en de Relativiteitstheorie
Prof. dr. Eric Bergshoeff, Rijksuniversiteit Groningen
Dit jaar is het precies honderd jaar geleden dat Einstein de laatste hand legde aan zijn beroemde Algemene Relativiteitstheorie van de zwaartekracht. Tien jaar eerder had hij zijn Speciale Relativiteitstheorie met de veelbesproken formule E=mc2 geformuleerd. Deze Speciale Relativiteitstheorie kan nog niet gebruikt worden om de zwaartekracht te beschrijven. Einstein had tien jaar nodig om de zwaartekracht onder controle te krijgen en tot de Algemene Relativiteitstheorie te komen.
Vier jaar na Einsteins Algemene Relativiteitstheorie zou Eddington met zijn veelbesproken expeditie naar het eilandje Principe voor de westkust van Afrika de theorie van Einstein experimenteel bevestigen. De New York Times kreeg er lucht van en schreef `Einstein theory triumphs'. De rest is geschiedenis. Van de ene op de andere dag werd Einstein het icoon van de wetenschap zoals we hem nu kennen.
In deze lezing wordt ingegaan op de moeilijke omstandigheden waarmee Einstein te maken had toen hij aan zijn theorie werkte.
Ook wordt nagegaan hoe de theorieen van Einstein er op zijn honderdste verjaardag voorstaan: zijn de eerste barsten gevonden of kunnen we in de komende jaren nog steeds met Einstein uit de voeten?