Voordrachten in 2013

Door te klikken op de datum in onderstaande tabel wordt u naar de samenvatting (indien beschikbaar) van de betreffende lezing geleid.

Indien beschikbaar, vindt u daar ook een hyperlink om de presentatie te downloaden.

....Datum....OnderwerpSpreker
10-01-13 Het laatste nieuws van het Higgs-deeltje Prof. dr. Stan Bentvelsen
07-02-13 IJslandse vulkaanuitbarstingen op Mars Sebastiaan de Vet MSc
14-03-13 Actieve sterrenstelsels - exotisch of niet? Prof. dr. Peter Barthel
11-04-13 Precessie in relatie tot de holocene afzettingen in Noord-Nederland en daarmee samenhangende aspecten van de wereldgeschiedenis Ir. P. van Blom
25-04-13 Ster- en planeetvorming Prof. dr. Inga Kamp
16-05-13 Snaartheorie en het heelal Dr. Marcel Vonk
12-09-13 Het raadsel van de eerste sterren Prof. dr. Henny Lamers
10-10-13 Ultra-hoogenergetische kosmische straling Prof. dr. Sijbrand de Jong
24-10-13 Ervaringen met spectroscopie Dhr. Jan Teule
07-11-13 De kwetsbaarheid van delta's: de zeven plagen in een geologisch perspectief Dr. Bart Makaske
12-12-13 Onweer en bliksem Dhr. Michiel Hartmann


10-01-2013 Het laatste nieuws van het Higgs-deeltje
Prof. dr. Stan Bentvelsen, Universiteit van Amsterdam, Nikhef

Lees het interview in NRC 22-12-2012.

Introductiefilm (Brian Cox e.a., 1,5 min.):

 

De deeltjesversneller bij CERN produceert enorme hoeveelheden botsingen tussen protonen met ongekende energie. Bij de botsingen komt zoveel energie vrij dat er af en toe een Higgs-deeltje wordt gemaakt. Dit deeltje, waar al jarenlang naar werd gezocht en op 4 juli 2012 is ontdekt, werd al voorspeld door het standaard model van elementaire deeltjes.
Tijdens deze lezing zal worden ingegaan op de beschrijving van elementaire deeltjes. Daarna word het ATLAS experiment bij CERN en de analyse en resultaten van de botsingen gepresenteerd. Daarbij zal natuurlijk ook de analyse dat het Higgs-deeltje bestaat de revue passeren.
Nu het Higgs-deeltje en daarmee het Higgs-veld is gevonden, begint het traject van het onderzoeken van precieze eigenschappen van het deeltje om onder andere een inzicht te krijgen in de redenen waarom de standaard deeltjes verschillende massa krijgen van het Higgs-veld.

 

07-02-2013 IJslandse vulkaanuitbarstingen op Mars
Sebastiaan de Vet MSc, Universiteit van Amsterdam

Het proefschrift over dit onderwerp staat in de virtuele bibliotheek van Triangulum. In de boekbeschrijving staat een link om het als pdf te downloaden.

Wie aan Mars denkt, zal niet snel het beeld van IJsland op het netvlies krijgen. Toch zijn er belangrijke parallellen tussen de landschappen van IJsland en Mars.
De rode planeet was in het verleden enige tijd wit, als gevolg van ijstijden. Uitbarstingen van vulkanen onder deze ijslagen of in de ijsrijke ondergrond heeft er voor gezorgd dat er ook veel 'glaciovulkanisme' heeft plaatsgevonden.
Het meest recente voorbeeld van glaciovulkanisme op aarde is de uitbarsting van de Eyjafjallajökull vulkaan die in 2010 het vliegverkeer in Europa plat legde. Een kenmerk van dergelijk uitbarstingen is dat er vulkanisch glas gevormd wordt door het snelle afkoelen van magma met smeltwater.

Recente waarnemingen op Mars laten zien dat grote duincomplexen in de noordelijke laaglanden en om de noordpool van Mars bijzonder glasrijk zijn, wat doet vermoeden dat ze gevormd zijn als bijproduct van vulkaanuitbarstingen.
In de lezing zullen we kijken naar de vulkanen op Mars, en verkennen we de parallellen met IJsland. Doordat het glas in zandduinen voorkomt is dit soort materiaal mogelijk ook erg belangrijk in de recent zeer actieve duinen, en met lage-luchtdruk windtunnels kunnen we vaststellen hoe actief dit vulkanisch zand vandaag de dag op Mars werkelijk is.

 

 

14-03-2013 Actieve sterrenstelsels - exotisch of niet?
Prof. dr. Peter Barthel, Kapteyn Instituut, Rijksuniversiteit Groningen

Download (Skydrive, pdf, 3.85 MB)

Sterrenstelsels zijn de bouwstenen van het heelal. Dankzij onderzoek met de grootste en meest gevoelige telescopen op de grond en in de ruimte kunnen we de vorming van het heelal, vanaf een paar honderdduizend jaar na de oerknal tot nu in kaart brengen.
De rol die de exotische actieve sterrenstelsels, dat zijn sterrenstelsels die meer uitstralen dan puur sterlicht, in die evolutie speelden is in de laatste jaren duidelijker geworden, en groter gebleken dan werd gedacht.

 

11-04-2013 Precessie in relatie tot de holocene afzettingen in Noord-Nederland en daarmee samenhangende aspecten van de wereldgeschiedenis
Ir. P. van Blom

Parallellezing

Download (Skydrive, pdf, 0.7 MB)

Parallelle ontwikkelingen van precessie, laat-pleistocene en holocene bodemafzettingen in Noord-Nederland en cultuurtijdperken van de menselijke geschiedenis tijdens het laat-pleistoceen en holoceen.

Onderwerpen van de inleiding:
• de precessie van de aarde: waarnemingen, oorzaken, effecten op aarde
• laat-pleistocene en holocene bodemafzettingen in Noord-Nederland: namen en eigenschappen, oorzaken en ouderdom van afzettingen
• cultuurtijdperken van menselijke beschavingen in laat-pleistoceen en holoceen: namen en kenmerken, tijdvakken
• enkele aspecten van astro-archaeologie
• statistische relatie tussen precessie aan de ene kant en geschiedenis van bodemafzettingen in Noord-Nederland en dat van de menselijke beschavingen: overzichtstabel van de relatie
• belang van de kennis van de relatie tussen de precessie en de ontwikkeling op aarde van de natuur en de mens

 

25-04-2013 Ster- en planeetvorming
Prof. dr. Inga Kamp, Kapteyn Instituut, Rijksuniversiteit Groningen

Download (Skydrive, pdf, 18.2 MB)

Wij beginnen met een historisch overzicht over het vormen van het zonnestelsel en de ontdekking van exoplaneten. Uit het feit dat er nu honderden exoplaneten gevonden zijn met eigenschappen die niet op ons eigen zonnestelsel lijken, krijgen we een breder beeld van planeetvorming dat niet alleen op ons eigen zonnestelsel gericht is. Ik laat zien wat we op dit moment denken dat de verschillende stappen in het proces van planeetvorming zijn en hoe we ze kunnen waarnemen in gebieden waar nieuwe sterren
vormen. Botsingen tussen zowel kleine stofdeeltjes als ook grotere rotsblokken spelen hierbij een belangrijke rol. De kraters op de maan zijn een blijvende herinnering aan dit proces.

 

16-05-2013 Snaartheorie en het heelal
Dr. Marcel Vonk, Theoretische Fysica, Universiteit van Amsterdam

De relativiteitstheorie en de kwantummechanica vormen samen het fundament van de moderne theoretische natuurkunde. Afzonderlijk doen deze theorieën hun werk geweldig: de kwantummechanica op de schaal van het allerkleinste, de relativiteitstheorie vaak juist op de allergrootste schaal. Zodra we proberen de twee theorieën in één raamwerk te beschrijven, ontstaan er echter allerlei problemen. De snaartheorie lost een deel van deze problemen op, door aan te nemen dat elementaire deeltjes niet puntvormig zijn, maar minuscuul kleine trillende snaartjes. Deze eenvoudige aanname heeft grote gevolgen: een heelal met extra dimensies en allerlei soorten nog niet ontdekte deeltjes. In deze lezing leg ik uit welke problemen de snaartheorie oplost en hoe, en wat we met behulp van de snaartheorie kunnen leren over extreme omstandigheden in het heelal, zoals kort na de oerknal of in de buurt van zwarte gaten.

 

12-09-2013 Het raadsel van de eerste sterren
Prof. dr. Henny Lamers

Download (Skydrive, pdf, 1.7 MB)

Astronomen hebben een vrij goed begrip over het ontstaan van sterren uit grote gaswolken in ons melkwegstelsel. Waarnemingen met de Hubble Ruimte Telescoop hebben daarbij veel geholpen. Maar hoe was dat in het verre verleden? Kort na de oerknal zou wel eens heel anders kunnen zijn geweest. Daar weten we nog weinig van.
1. Het heelal is tot heel grote afstand doorzichtig. Daarom kunnen we melkwegstelsels zien tot afstanden van ongeveer 11 miljard lichtjaar. Dat kan alleen maar als de eerste sterren, vroeg in het begin, het waterstofgas in de ruimte geïoniseerd hebben. Maar daarvoor moeten er al kort na de oerknal de eerste sterren zijn gevormd. Misschien wel voordat er melkwegstelsels waren! Hoe kan dat?
2. De gaswolken waaruit de sterren toen ontstonden hadden een heel andere samenstelling dan de gaswolken tegenwoordig. Dat zal ertoe geleid hebben dat de eerste generatie sterren alleen maar heel zware sterren bevatte: honderd tot misschien wel tienduizend keer zo zwaar als de zon. Die sterren hebben heel kort geleefd en toen ze ontploften aan het einde van hun leven hebben ze hun omgeving drastisch "vervuild" met hun fusieproducten.
3. Sterren die veel lichter zijn dan de zon leven langer dan het heelal oud is. Alle lichte sterren die ooit zijn gevormd, moeten dus nog bestaan! Er wordt momenteel druk gezocht naar de oudste sterren in ons melkwegstelsel. Hoe zien die eruit? Wat was hun samenstelling? Waar zijn ze gevormd: in het centrum van ons melkwegstelsel, in de schijf of in de halo eromheen.

 

 

10-10-2013 Ultra-hoogenergetische kosmische straling: Een nieuwe kijk op astronomie en elementaire-deeltjesfysica
Prof. dr. Sijbrand de Jong, Radboud Universiteit

Download (Skydrive, pdf, 18.9 MB)

De studie van hoogenergetische kosmische straling heeft tot belangrijke ontdekkingen in de astronomie en deeltjesfysica geleid. Zoals gebruikelijk in grensverleggend onderzoek zijn er met de antwoorden ook weer belangrijke nieuwe vragen opgeworpen.
 
Met de komst van observatoria met een hele grote oppervlakte, zoals het Pierre Auger Observatorium in Argentinië, hebben we nu toegang tot kosmische straling met de hoogste energie. De volgende queeste is het begrijpen van de samenstelling en oorsprong van deze ultra-hoogenergetische kosmische straling. Dit zal ons letterlijk een nieuwe kijk geven op de krachtigste versnellers die in ons heelal zijn te vinden.

Tegelijkertijd produceren deze ultra-hoogenergetische deeltjes elementaire-deeltjesbotsingen in de atmosfeer bij een zwaartepuntsenergie die zo'n 50 keer groter is dan die van de LHC. Hier kunnen we diep doordringen in nog onbekende gebieden van de elementaire-deeltjesfysica.

 

 

24-10-2013 Ervaringen met spectroscopie
Dhr. Jan Teule

Parallellezing

De KNVWS heeft de Dr. J. van der Biltprijs 2010 uitgereikt aan Jan Teule voor: Ontwerp en bouw van enkele spectrografen met hoge resolutie en gevoeligheid; maken van uitstekende spectra van zon, sterren en planetaire nevels (Zenit 2006 juni, 306), getuigend van diepgaande astrofysische kennis en educatieve kwaliteiten. Uitgereikt 13 november 2010 (Zenit 2011 januari, 33 en 43).

Jan Teule, lid van Triangulum, heeft als amateur zijn eigen apparatuur gebouwd om spectroscopische waarnemingen te doen. Een voorbeeld: uit het spectrum van Jupiter kan hij de rotatietijd van deze planeet bepalen. Interessant en leerzaam te vernemen hoe Jan tot zijn resultaten komt.

07-11-2013 De kwetsbaarheid van delta's. De zeven plagen in een geologisch persectief.
Dr. Bart Makaske, Wageningen Universiteit en Researchcentrum

Download (Skydrive, pdf, 8.8 MB)

De grote delta’s in de wereld zijn veelal dichtbevolkt en vormen een rijke maar kwetsbare woonomgeving. Op dit moment staan delta’s wereldwijd onder grote druk, onder andere vanwege de klimaatproblematiek.

In deze lezing bekijken we aan de hand van voorbeelden de zeven belangrijkste deltaproblemen waarvoor dringend oplossingen gevonden moet worden. Vervolgens verkennen welke mogelijkheden er zijn om deze problemen te lijf te gaan en delta’s in de toekomst leefbaar te houden. Het wordt een verhaal over stijgende zeespiegels, dynamische rivieren en bewegende kusten. Het perspectief is daarbij wereldwijd en gericht op de lange termijn, zonder echter onze eigen positie als deltabewoners over het hoofd te zien.

 

 

12-12-2013 Onweer en bliksem
 Michiel Hartmann

Download (via de website van Schaap Bliksembeveiliging; toets als cursusnaam in "triangulum", vervolgens als wachtwoord "12122013").

Onweer, bliksem en gedonder. Moet je daar bang voor zijn of is het alleen een mooi weersverschijnsel?
Onderwerpen: hoe ontstaat onweer eigenlijk, welke gevolgen kunnen blikseminslagen hebben en natuurlijk wat kun je er tegen doen. Hoe zit het met mythes? Tevens zullen praktisch tips de revue passeren. Een afwisselende lezing waar u zeker veel van zult opsteken.

Michiel Hartmann is onder andere voorzitter van de normcommissie Bliksembeveiliging en voorzitter de Nederlandse Adviesraad Bliksem- en Overspanningsbeveiliging, met 35 jaar ervaring als technisch adviseur en directeur van Schaap Bliksembeveiliging.